R2: Grote ring van Antwerpen (1960 - 1975)


Het kost veel moeite om in de R2, slechts 13 km lang, een ringvormig tracé te ontwaren. Maar de snelweg zou volgens de plannen van de jaren 1960 en 1970 een grote boog langs het zuidoosten van de Scheldestad gaan beschrijven. Bezwaren en besparingen hebben de realisatie ervan verhinderd.
Nu vervult de R2 hoofdzakelijk een ontsluitingsfunctie voor de Antwerpse haven. Ook is hier de enige tolweg van het land gelegen: de Liefkenshoektunnel.

Besluitvorming en aanleg:

In 1973, amper vier jaar na de openstelling van de Antwerpse kleine ring, stelde deIntercommunale E3 vast dat het vak tussen Berchem en Borgerhout reeds verzadigd was. Een grote ring zou op korte termijn noodzakelijk zijn. Deze weg, althans het gedeelte dat een zuidoostelijke boog rondom de stad beschreef, stond alvast sinds het begin van de jaren 1960 in het autosnelwegenprogramma.

Het autosnelwegenprogramma van 1960. 

Onder minister van Openbare Werken Jos De Saegerkwam (Minister van Openbare werken van 1965 tot 1972 - CVP) er een noordwestelijk vak bij, namelijk dat tussen de E17 en de Zoomse weg (dit is de verbinding tussen Antwerpen en Bergen op Zoom).

Het autosnelwegenprogramma van 1972. 
Op het einde van zijn ambtsperiode - meerbepaald in de zomer van 1972 - veranderde men het tracé aan de oostkant: in plaats van te Wommelgem op de E313 aan te sluiten, schoof de ring op naar het knooppunt Ranst, waar vervolgens de nodige voorzieningen werden aangelegd. Het vak van Wommelgem naar Merksem (de A102) bleef wel weerhouden "als noodzakelijke bypass tussen de autosnelwegen E3-E39 (nu E34-E313) en E10 (nu E19) en het havengebied op Antwerpen-Rechteroever."

Tracéwijzigingen van de R2.
Knooppunt Ranst werd bij de aanleg begin jaren 1970 alvast voorzien van zandlichamen waarop de aansluitende autosnelweg zou worden gebouwd.

Links: Verkeer vanuit Turnhout buigt noodgedwongen af naar de E313. Rechts: De nutteloze 'bulten' van Ranst. 
Bij Kontich zou de grote ring de E19 kruisen.

Links: Het knooppunt zoals gepland in 1970. Rechts: Het begin van de afrit naar de grote ring werd rond 1975 al gebouwd, samen met de E19.
De grote ring is in de vergetelheid geraakt door allerhande factoren: protest van inwoners in de Antwerpse randgemeenten, de kredietbeperkingen die de opeenvolgende ministers noopten tot het bepalen van (blijkbaar andere) prioriteiten. Bijgevolg was er in 1981 nog steeds geen beslissing getroffen omtrent het aanleggen of schrappen van de grote ring. Maar in feite was het toen al duidelijk dat er van de R2 niets in huis zou komen. Een volksvertegenwoordiger verweet de minister in een parlementaire vraag: "Door uw departement werd virtueel afgezien van de aanleg van de grote ring rond Antwerpen." Nochtans kwam het vak Wommelgem-Merksem in de studie over de verdere uitbouw van het Belgische wegennet als meest rendabele snelweg uit de bus!

De grote ring belandde dus in de koelkast, maar een stukje werd opnieuw ter discussie gebracht in 1983, op het moment dat de bouw van de Liefkenshoektunnel op til stond. De bouw van het vak tussen A11 en A12 bleek stilaan noodzakelijk door de sterke uitbreiding van de haven op Linkeroever. Al vanaf het begin vatte Openbare Werken de nieuwe oeververbinding op als een tolweg; dit maakte immers een snelle verwezenlijking mogelijk. Ook het vak naar de E17 toe werd overwogen, maar deze doortrekking deed bij landbouwers en politici in het Waasland de schrik om het hart slaan. Zij richtten een actiecomité op om de aanleg van de R2 tegen te houden. Het ministerie beloofde vrijwel meteen de voorhanden zijnde alternatieven te onderzoeken: enerzijds de aanpassing van de expresweg naar Zelzate en van de weg Zelzate-Gent, anderzijds de route via Antwerpen-Linkeroever.

Alternatieven voor de doortrekking naar de E17.
Op 3 oktober 1985 werd de concessieovereenkomst voor de Liefkenshoektunnel getekend en kon de aanleg beginnen. Over de rendabiliteit van het kunstwerk durfde toenmalig minister Louis Olivier geen cijfers te noemen. "Het gaat hier om een probleem met een zeer groot aantal variabelen, een eenvoudig antwoord kan niet worden gegeven." Wie de verkeersintensiteiten bekijkt (zie hieronder), kan zich moeilijk verbazen over het diplomatische antwoord van de minister.

De 1374 meter lange Liefkenshoektunnel onder de Schelde.
Links: Het tolplein, gelegen op Linkeroever. Rechts: De tunnelingang op Rechteroever.

Relevante koninklijke besluiten



  • 24 december 1958 - Indeling van de ontworpen openbare weg "Grote Ring van Antwerpen", bij de categorie der autosnelwegen
  • 28 april 1969 - Indeling van de ontworpen toegangsweg Antwerpen-Haven bij de categorie der autosnelwegen
  • 8 augustus 1972 - Indeling van de ontworpen openbare weg Grote Ring van Antwerpen (Kontich-Lint) bij de categorie der autosnelwegen
  • 16 oktober 1973 - Indeling van de ontworpen openbare weg Buitenring om Antwerpen (Kruibeke-Kallo) bij de categorie der autosnelwegen
  • 4 maart 1974 - Wijziging van het koninklijk besluit van 24 december 1958 (indeling van de grote ring van Antwerpen bij de categorie der autosnelwegen)
  • 14 november 1974 - Indeling van de ontworpen openbare weg grote ring rond Antwerpen bij de categorie der autosnelwegen
  • 19 februari 1980 - Onderwerping van het vak F. Tijsmanstunnel-Rondpunt Nieuwe Havenweg van de toegangsautosnelweg Antwerpen-Haven aan het stelsel van de wet van 12 juli 1956 (statuut van de autosnelwegen)

 
Evolutie van het verkeer:

Hieronder wordt het aantal voertuigen in beide richtingen op de R2 weergegeven, zoals gemeten in de Tijsmanstunnel, de Liefkenshoektunnel en nabij knooppunt Beveren. Om de overzichtelijkheid te behouden, is in de grafiek gekozen voor een interval van 10 jaar (uitgezonderd 1991, vanwege de ingebruikneming van de Liefkenshoektunnel). Uitgebreider cijfergegevens zijn terug te vinden in de tabel; het interval bedraagt hier slechts 5 jaar. Er werd voor de recentste gegevens geopteerd voor het jaar 2006 teneinde een vertekening vanwege de heraanleg van de Antwerpse ring te voorkomen.

Grafische weergave van de verkeersevolutie, 1985-2006.

Intensiteiten, 1985-2006.
De gegevens van de intensiteiten zijn afkomstig uit:
FOD Mobiliteit en Vervoer – Synthese verkeerstellingen 1985-heden.







Geen opmerkingen:

Een reactie posten